Aanmeldingsmodus op de Geconnecteerde zonnesensor activeren (directe aanmelding op ontvangers) - Eerste inbedrijfstelling
Algemeen:
- De Geconnecteerde zonnesensor wordt geleverd met een geplaatste CR 2450 batterij, die is vastgezet met een scheidingsfolie. Verwijder de scheidingsfolie voorzichtig van het apparaat. Het is niet nodig om het apparaat te openen. Daarna gaan alle LED's één keer kort branden.
Meld je aan bij het gewenste apparaat:
De Geconnecteerde zonnesensor kan direct worden aangemeld bij maximaal 5 ontvangers voor zonwering of bij de Geconnecteerde woningbox premium. Informatie over het aanmelden met de Geconnecteerde woningbox premium vind je hier.
- Zet het te registreren apparaat, zoals de draadloze jaloeziemotor of een van de buismotoractoren, in de registratiemodus.
- Druk vervolgens op de menuknop aan de zijkant van de Geconnecteerde zonnesensor totdat de menu LED blauw oplicht.
- Druk één keer op de + knop, de status-LED knippert groen en schakelt een paar seconden over naar continu groen als de aanmelding succesvol was.
- Het rolluik dat is aangemeld gaat even omhoog ter bevestiging.
- De registratie is nu voltooid.
Bevestig de aangesloten sensor aan het raam:
- De Geconnecteerde zonnesensor wordt relatief ver naar beneden op de ruit geplakt. De sensor mag later niet afgedekt worden als de zonwering naar de zonpositie gaat.
- De Geconnecteerde zonnesensor kan hoog of overdwars gemonteerd worden.
- De bedieningsknoppen moeten links of bovenaan zitten.
Stel de zonnefunctie in:
Stel de grenswaarde in
- Er zijn twee manieren om de zongevoeligheid in te stellen. De eenvoudigste manier is om de sensor op de ruit te bevestigen en dan de huidig gemeten waarde te gebruiken als grenswaarde voor de gewenste zon. Druk hiervoor herhaaldelijk op de menutoets totdat de LED geel oplicht. Druk vervolgens tegelijkertijd op de Menu- en de Plus-toets.
Je kunt de gevoeligheid ook handmatig instellen in het zonmenu. Druk hiervoor herhaaldelijk op de menutoets totdat de LED geel oplicht en tik vervolgens eenvoudig op de plus- of mintoets totdat de gewenste waarde via de LED's wordt weergegeven. De LED's geven met 5 LED's 10 stappen aan. Als de LED knippert, is het een halve stap, als de LED brandt, is het een hele stap. - Een groene status-LED dient als controle. Als de ingestelde grenswaarde lager is dan de huidige gemeten waarde, brandt de LED groen.
Apparaten voorbereiden
- Controleer de configuratie van de apparaten die door de zon moeten worden aangestuurd voordat je verder gaat met de volgende stappen.
- Voor sommige apparaten moet de juiste zonnemodus worden ingesteld. Voor de Geconnecteerde programmeerbare schakelklok premium en de Geconnecteerde bandoproller RolloTron inbouw montage premium moet modus 3 worden ingesteld in menu 9-9-3.
Zonnestand accepteren
- Verplaats alle geregistreerde eenheden naar de gewenste zonpositie.
- Druk op de menutoets van de aangesloten zonnesensor totdat de LED geel oplicht.
- Druk tegelijkertijd op de menutoets en de mintoets.
- Alle motoren rukken kort als bevestiging, schakelen de automatische zonbesturing in en stellen de huidige positie in als zonpositie.
Zonfunctie testen
- Open alle geregistreerde zonweringen volledig.
- Druk op de menuknop van de aangesloten zonnesensor tot de LED geel oplicht.
- Druk tegelijkertijd op de plus- en mintoets.
- Alle rolluiken bewegen naar de ingestelde zonposities.